Overzicht broedgevallen zeearenden in Nederland 2025

Zoals, tot dusver, ieder jaar kunnen we ook nu weer ons overzicht starten met het heugelijke feit dat de groei van de Nederlandse zeearendenpopulatie er nog niet uit is. Naar onze inschatting zal die groei de komende jaren blijven doorzetten.
Op het moment van schrijven is, dankzij de vele trouwe waarnemers, bij ons bekend dat 45 paren het broedseizoen startten met een nest. Dat is een groei van 5 nesten ten opzichte van 2024.

Van de 45 paren met nest gingen 43 paren met zekerheid over tot broeden. 33 Paren kregen met zekerheid jongen, hiervan vlogen minimaal 64 jongen uit (zie Tabel 1).
Op maar liefst zeven nesten werden 3 jongen vastgesteld. Dat is een ongekend hoog aantal, want in de periode vanaf 2006 tot 2024 is dit slechts negen keer vastgesteld. Een verklaring voor dit hoge aantal kunnen de weersomstandigheden zijn. Niet alleen viel er in de kuikenperiode weinig regen, ook was het vaak goed weer voor de ouders om te kunnen jagen.

Nieuwe paren met nesten werden vastgesteld in de volgende gebieden: Sliedrechtse Biesbosch, Vijfherenlanden, Loosdrechtse Plassen, Alde Feanen 2, Noordoost-Friesland, Millingerwaard (Waal 3) en IJsselvallei midden.
Op de Hellegatsplaten bleef het onduidelijk of er een broedpoging is ondernomen, maar er vlogen met zekerheid geen jongen uit. Het paar van de Nieuwkoopse plassen bezette niet het nest wat vorig jaar werd opgebouwd, vermoedelijk is dit paar uit het gebied verdwenen. Het paar van het IJmeer is niet overgegaan tot broeden.

Paren van Krammer-Volkerak 2, Sliedrechtse Biesbosch, Markiezaat, Vijfherenlanden, Noordoost-Friesland, Lepelaarsplassen, Eemmeer en Veluwemeer mislukten allen in de eifase.
Op het nest van Noordoost-Friesland werden twee onbebroede eieren aangetroffen, waarvan één met bijtsporen van een marter. Het nest van de Lepelaarsplassen is tijdens het broeden uit de boom gevallen nadat de tak bezweek door het gewicht van het nest.
Van het paar van Friese Veen is onduidelijk of er nestjongen zijn geweest of dat het al in de eifase is misgegaan. Van het paar in de Loosdrechtse Plassen hebben wij op het moment van publicatie geen informatie over eventueel aanwezige nestjongen of het uitvliegen daarvan.

Bij Makkumer Noordwaard werden in eerste instantie 3 jongen gezien, maar zijn bij het uitvliegen nog maar 2 jongen vastgesteld. In het Hollandse Hout (Oostvaardersplassen) vlogen drie jongen uit, maar verongelukte één jong al vrij snel door een aanrijding met een trein. Op het nest van Oost-Groningen is vastgesteld dat een jong opgegeten is door de broer. In Zuidwest-Friesland werd een klein nestjong dood onder het nest aangetroffen. Van het paar in Lauwersmeer (1) is het voor ons op dit moment onduidelijk of er meer dan één jong uitvloog.
Het bijzonderste verhaal mag met recht worden toegeschreven aan het paar van Midden-Drenthe. Op dit nest werd een levende jonge buizerd aangetroffen naast het zeearendenjong, beide vogels vlogen uit. Van zeearenden in onder andere Duitsland is het bekend dat zeearenden buizerdjongen als potentieel voedsel aanslepen naar hun nest. In een enkel geval, bij voldoende alternatief voedsel, vliegt de jonge buizerd ook uit.

Alle waarnemers, terreinbeherende organisaties en Vogeltrekstation Wageningen worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie. Speciale dank aan de klimmers van de nestbomen en mast (Tennet). Zonder hen is het onderzoek niet mogelijk. 

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op onze website. Een uitgebreide bijdrage met meer informatie over broedende zeearenden in Nederland in 2025 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).

Tabel 1. Paren met nest(bouw) en broedsucces van zeearenden in Nederland in 2025 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland).

 *In overleg met lokale waarnemers aangepast, dit betrof voorheen Veluwe Noord en Zuid.

**aantal uitgevlogen jongen in overleg met lokale waarnemers aangepast.

Overzicht broedgevallen van zeearenden in Nederland 2024

Wederom groeit het aantal gevestigde paren zeearenden in Nederland. En de groei is er nog niet uit. Gezien de populatiegroei in landen als Denemarken kunnen we ook in Nederland de komende jaren nog groei verwachten, zeker gezien de geweldige aanwas van jongen dit jaar. Een aantal paren met nest sloeg, soms om voor ons niet met zekerheid verklaarbare redenen, een jaartje over.

Op het moment van schrijven is, dankzij de vele trouwe waarnemers, bij ons bekend dat 40 paren het broedseizoen startten met een nest. Dat is dus een groei van 4 nesten ten opzichte van 2023.
Van de 40 paren gingen 35 paren over tot broeden. In 2023 waren dat er 32. Van de 35 paren kregen 28 paren jongen, waarvan er op 27 nesten maar liefst 45 jongen uitvlogen (Tabel 1). Dit kwam mede door een opvallend hoog aantal nesten met drie vliegvlugge jongen. Op de nesten van Dordtse Biesbosch, Waal 2 en de Zuid-Veluwe vlogen 3 jongen uit. Lang leek het er op dat ook het paar van Koudum weer drie jongen vliegvlug zou brengen, helaas verdween een jong kort voor het uitvliegen. Bij het nest werd rond de verdwijning een illegale boomklimmer vastgesteld die mogelijk te maken heeft gehad met de verdwijning van het jong.

Nieuwe territoria met nesten werden vastgesteld langs de Oude Maas, Nieuwkoopse Plassen, Stellingwerven, Noord-Groningen en Beekdal Koningsdiep. Op de locaties van Oude Maas, Markiezaat, Nieuwkoopse Plassen, Midden-Drenthe en Millingenwaard werd in de meeste gevallen waarschijnlijk door nog te jonge leeftijd niet overgegaan tot broeden. In het Sneekermeergebied was het bekende nest bezet door grauwe ganzen en werd geen andere broedlocatie vastgesteld. Het paar van de Oostvaardersplassen verhuisde vermoedelijk naar het naburige Hollandse Hout.

Een zeer opmerkelijk broedgeval betreft het geval in Noord-Groningen. Daar waaide tijdens de eileg het nest uit de boom, waardoor het paartje besloot op een naburig weiland verder te broeden. Dit is het eerste gedocumenteerde grondnest in Nederland. Vermoedelijk uit legnood ontstaan, maar daardoor wel uniek. Helaas verdween het ei al na korte tijd, vermoedelijk door predatie.

De paren van Krammer-Volkerak 2, Zuidwest-Friesland, Stellingwerven, Eemmeer -Dode Hond en Spijk-Bremerberg mislukten in de eifase. Nijkerkernauw mislukte eveneens, al is niet duidelijk of hier al jongen op het nest aanwezig waren. Het paar van Krammer-Volkerak 2 onderhoudt vier nesten op verschillende locaties, maar blijft erg ongelukkig in het succesvol broeden.
Bij het paar in de Grevelingen werd tijdens de ringactie een dood jong onder het nest aangetroffen. In het Zwarte Meer ging het jong of de jongen van de hoogspanningsmastnest vroegtijdig dood door onbekende oorzaak.

Tabel 1. Paren met nest(bouw) en broedsucces van zeearenden in Nederland in 2024 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland) .

Voor de oplettende kijker: dankzij reacties van waarnemers (dank hiervoor!) hebben we de aantallen bij Drontermeer en Friesche Veen aangepast. Het totaal blijft ongewijzigd.

Alle waarnemers, terreinbeherende organisaties en Vogeltrekstation worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op onze website. Een uitgebreide bijdrage met meer informatie over broedende zeearenden in Nederland in 2024 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).

Overzicht broedgevallen van zeearenden in Nederland 2023

Wat een groei! 2023 werd een nieuw recordjaar voor de Nederlandse zeearenden en de groei is er nog niet uit. Mede dankzij de vele trouwe waarnemers kunnen we maar liefst 36 zeearendparen met nest of nestbouw noteren. Een mooie groei, na de 30 paren in 2022, de 22 paren met nest in 2021 en 20 in 2020.
Van de 36 paren met nest gingen er 32 over tot broeden. Vier nesten mislukten in de eifase. 28 nesten waren succesvol en kregen 48 nestjongen. 45 jongen vlogen uit. In 2022 vlogen 22 jongen uit en in 2021 15.

Tabel 1. Paren met nest(bouw) en broedsucces van zeearenden in Nederland in 2023 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland) .

Het paar van Koudum bracht wederom drie jongen groot. Ook vlogen drie jongen uit bij Makkum.

Jongen op het nest van de Korendijkse slikken. (c) Pepijn Calle.

Nieuwe broedgevallen werden aangetroffen in het IJmeer, Drontermeer, Sneekermeer, langs de Waal en langs de IJssel. Na jaren zonder broedpogingen was een paar succesvol in het Markiezaat. In de Oostvaardersplassen vestigde zich een 2e broedpaar, mogelijk van het paar dat vorig jaar in de regio van Zeewolde een broedpoging deed. Het nest hield het niet en dus werd er niet gebroed. Zowel in de Millingerwaard als in het Paterswoldsemeer startten nieuwe paren met nestbouw, maar tot broeden kwam het nog niet. In Midden-Drenthe leek het er naar uit te zien dat er weer gebroed zou worden, maar het paar verdween kort voor het broedseizoen geheel uit beeld.
In het Krammer-Volkerak werd een paar verstoord door een overnachtende sportvisser onder de nestboom. De eieren stonden op uitkomen, maar de zeearenden keerden niet terug. De man in kwestie is aangehouden en zal voor het Openbaar Ministerie moeten verschijnen.
In het Zwarte Meer ging een paar over tot broeden in een hoogspanningsmast. Zover bij ons bekend betreft dit het eerste geval in Europa. Eén van de jongen werd dood aangetroffen op  het nest.
Zowel in  het Zwarte Meer als op de Zuid-Veluwe ging een nestjong dood.. Het blijft speculatief, maar mogelijk was vogelgriep hier de boosdoener. In het kader van vogelgriep zijn op een aantal nesten jongen tijdens het ringen getest op dit virus wat onder sommige vogelsoorten hard toeslaat.

Alle waarnemers, terreinbeherende organisaties en Vogeltrekstation worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op onze website. Een uitgebreide bijdrage met meer informatie over broedende zeearenden in Nederland in 2023 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).