Zoals, tot dusver, ieder jaar kunnen we ook nu weer ons overzicht starten met het heugelijke feit dat de groei van de Nederlandse zeearendenpopulatie er nog niet uit is. Naar onze inschatting zal die groei de komende jaren blijven doorzetten.
Op het moment van schrijven is, dankzij de vele trouwe waarnemers, bij ons bekend dat 45 paren het broedseizoen startten met een nest. Dat is een groei van 5 nesten ten opzichte van 2024. 
Van de 45 paren met nest gingen 43 paren met zekerheid over tot broeden. 33 Paren kregen met zekerheid jongen, hiervan vlogen minimaal 64 jongen uit (zie Tabel 1).
Op maar liefst zeven nesten werden 3 jongen vastgesteld. Dat is een ongekend hoog aantal, want in de periode vanaf 2006 tot 2024 is dit slechts negen keer vastgesteld. Een verklaring voor dit hoge aantal kunnen de weersomstandigheden zijn. Niet alleen viel er in de kuikenperiode weinig regen, ook was het vaak goed weer voor de ouders om te kunnen jagen.
Nieuwe paren met nesten werden vastgesteld in de volgende gebieden: Sliedrechtse Biesbosch, Vijfherenlanden, Loosdrechtse Plassen, Alde Feanen 2, Noordoost-Friesland, Millingerwaard (Waal 3) en IJsselvallei midden.
Op de Hellegatsplaten bleef het onduidelijk of er een broedpoging is ondernomen, maar er vlogen met zekerheid geen jongen uit. Het paar van de Nieuwkoopse plassen bezette niet het nest wat vorig jaar werd opgebouwd, vermoedelijk is dit paar uit het gebied verdwenen. Het paar van het IJmeer is niet overgegaan tot broeden.
Paren van Krammer-Volkerak 2, Sliedrechtse Biesbosch, Markiezaat, Vijfherenlanden, Noordoost-Friesland, Lepelaarsplassen, Eemmeer en Veluwemeer mislukten allen in de eifase.
Op het nest van Noordoost-Friesland werden twee onbebroede eieren aangetroffen, waarvan één met bijtsporen van een marter. Het nest van de Lepelaarsplassen is tijdens het broeden uit de boom gevallen nadat de tak bezweek door het gewicht van het nest.
Van het paar van Friese Veen is onduidelijk of er nestjongen zijn geweest of dat het al in de eifase is misgegaan. Van het paar in de Loosdrechtse Plassen hebben wij op het moment van publicatie geen informatie over eventueel aanwezige nestjongen of het uitvliegen daarvan.
Bij Makkumer Noordwaard werden in eerste instantie 3 jongen gezien, maar zijn bij het uitvliegen nog maar 2 jongen vastgesteld. In het Hollandse Hout (Oostvaardersplassen) vlogen drie jongen uit, maar verongelukte één jong al vrij snel door een aanrijding met een trein. Op het nest van Oost-Groningen is vastgesteld dat een jong opgegeten is door de broer. In Zuidwest-Friesland werd een klein nestjong dood onder het nest aangetroffen. Van het paar in Lauwersmeer (1) is het voor ons op dit moment onduidelijk of er meer dan één jong uitvloog.
Het bijzonderste verhaal mag met recht worden toegeschreven aan het paar van Midden-Drenthe. Op dit nest werd een levende jonge buizerd aangetroffen naast het zeearendenjong, beide vogels vlogen uit. Van zeearenden in onder andere Duitsland is het bekend dat zeearenden buizerdjongen als potentieel voedsel aanslepen naar hun nest. In een enkel geval, bij voldoende alternatief voedsel, vliegt de jonge buizerd ook uit.
Alle waarnemers, terreinbeherende organisaties en Vogeltrekstation Wageningen worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie. Speciale dank aan de klimmers van de nestbomen en mast (Tennet). Zonder hen is het onderzoek niet mogelijk.
Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op onze website. Een uitgebreide bijdrage met meer informatie over broedende zeearenden in Nederland in 2025 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).
Tabel 1. Paren met nest(bouw) en broedsucces van zeearenden in Nederland in 2025 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland).
*In overleg met lokale waarnemers aangepast, dit betrof voorheen Veluwe Noord en Zuid.
**aantal uitgevlogen jongen in overleg met lokale waarnemers aangepast.





