Overzicht broedgevallen van zeearenden in Nederland 2024

Wederom groeit het aantal gevestigde paren zeearenden in Nederland. En de groei is er nog niet uit. Gezien de populatiegroei in landen als Denemarken kunnen we ook in Nederland de komende jaren nog groei verwachten, zeker gezien de geweldige aanwas van jongen dit jaar. Een aantal paren met nest sloeg, soms om voor ons niet met zekerheid verklaarbare redenen, een jaartje over.

Op het moment van schrijven is, dankzij de vele trouwe waarnemers, bij ons bekend dat 40 paren het broedseizoen startten met een nest. Dat is dus een groei van 4 nesten ten opzichte van 2023.
Van de 40 paren gingen 35 paren over tot broeden. In 2023 waren dat er 32. Van de 35 paren kregen 28 paren jongen, waarvan er op 27 nesten maar liefst 45 jongen uitvlogen (Tabel 1). Dit kwam mede door een opvallend hoog aantal nesten met drie vliegvlugge jongen. Op de nesten van Dordtse Biesbosch, Waal 2 en de Zuid-Veluwe vlogen 3 jongen uit. Lang leek het er op dat ook het paar van Koudum weer drie jongen vliegvlug zou brengen, helaas verdween een jong kort voor het uitvliegen. Bij het nest werd rond de verdwijning een illegale boomklimmer vastgesteld die mogelijk te maken heeft gehad met de verdwijning van het jong.

Nieuwe territoria met nesten werden vastgesteld langs de Oude Maas, Nieuwkoopse Plassen, Stellingwerven, Noord-Groningen en Beekdal Koningsdiep. Op de locaties van Oude Maas, Markiezaat, Nieuwkoopse Plassen, Midden-Drenthe en Millingenwaard werd in de meeste gevallen waarschijnlijk door nog te jonge leeftijd niet overgegaan tot broeden. In het Sneekermeergebied was het bekende nest bezet door grauwe ganzen en werd geen andere broedlocatie vastgesteld. Het paar van de Oostvaardersplassen verhuisde vermoedelijk naar het naburige Hollandse Hout.

Een zeer opmerkelijk broedgeval betreft het geval in Noord-Groningen. Daar waaide tijdens de eileg het nest uit de boom, waardoor het paartje besloot op een naburig weiland verder te broeden. Dit is het eerste gedocumenteerde grondnest in Nederland. Vermoedelijk uit legnood ontstaan, maar daardoor wel uniek. Helaas verdween het ei al na korte tijd, vermoedelijk door predatie.

De paren van Krammer-Volkerak 2, Zuidwest-Friesland, Stellingwerven, Eemmeer -Dode Hond en Spijk-Bremerberg mislukten in de eifase. Nijkerkernauw mislukte eveneens, al is niet duidelijk of hier al jongen op het nest aanwezig waren. Het paar van Krammer-Volkerak 2 onderhoudt vier nesten op verschillende locaties, maar blijft erg ongelukkig in het succesvol broeden.
Bij het paar in de Grevelingen werd tijdens de ringactie een dood jong onder het nest aangetroffen. In het Zwarte Meer ging het jong of de jongen van de hoogspanningsmastnest vroegtijdig dood door onbekende oorzaak.

Tabel 1. Paren met nest(bouw) en broedsucces van zeearenden in Nederland in 2024 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland) .

Voor de oplettende kijker: dankzij reacties van waarnemers (dank hiervoor!) hebben we de aantallen bij Drontermeer en Friesche Veen aangepast. Het totaal blijft ongewijzigd.

Alle waarnemers, terreinbeherende organisaties en Vogeltrekstation worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op onze website. Een uitgebreide bijdrage met meer informatie over broedende zeearenden in Nederland in 2024 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).

Overzicht broedgevallen van zeearenden in Nederland 2023

Wat een groei! 2023 werd een nieuw recordjaar voor de Nederlandse zeearenden en de groei is er nog niet uit. Mede dankzij de vele trouwe waarnemers kunnen we maar liefst 36 zeearendparen met nest of nestbouw noteren. Een mooie groei, na de 30 paren in 2022, de 22 paren met nest in 2021 en 20 in 2020.
Van de 36 paren met nest gingen er 32 over tot broeden. Vier nesten mislukten in de eifase. 28 nesten waren succesvol en kregen 48 nestjongen. 45 jongen vlogen uit. In 2022 vlogen 22 jongen uit en in 2021 15.

Tabel 1. Paren met nest(bouw) en broedsucces van zeearenden in Nederland in 2023 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland) .

Het paar van Koudum bracht wederom drie jongen groot. Ook vlogen drie jongen uit bij Makkum.

Jongen op het nest van de Korendijkse slikken. (c) Pepijn Calle.

Nieuwe broedgevallen werden aangetroffen in het IJmeer, Drontermeer, Sneekermeer, langs de Waal en langs de IJssel. Na jaren zonder broedpogingen was een paar succesvol in het Markiezaat. In de Oostvaardersplassen vestigde zich een 2e broedpaar, mogelijk van het paar dat vorig jaar in de regio van Zeewolde een broedpoging deed. Het nest hield het niet en dus werd er niet gebroed. Zowel in de Millingerwaard als in het Paterswoldsemeer startten nieuwe paren met nestbouw, maar tot broeden kwam het nog niet. In Midden-Drenthe leek het er naar uit te zien dat er weer gebroed zou worden, maar het paar verdween kort voor het broedseizoen geheel uit beeld.
In het Krammer-Volkerak werd een paar verstoord door een overnachtende sportvisser onder de nestboom. De eieren stonden op uitkomen, maar de zeearenden keerden niet terug. De man in kwestie is aangehouden en zal voor het Openbaar Ministerie moeten verschijnen.
In het Zwarte Meer ging een paar over tot broeden in een hoogspanningsmast. Zover bij ons bekend betreft dit het eerste geval in Europa. Eén van de jongen werd dood aangetroffen op  het nest.
Zowel in  het Zwarte Meer als op de Zuid-Veluwe ging een nestjong dood.. Het blijft speculatief, maar mogelijk was vogelgriep hier de boosdoener. In het kader van vogelgriep zijn op een aantal nesten jongen tijdens het ringen getest op dit virus wat onder sommige vogelsoorten hard toeslaat.

Alle waarnemers, terreinbeherende organisaties en Vogeltrekstation worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op onze website. Een uitgebreide bijdrage met meer informatie over broedende zeearenden in Nederland in 2023 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).

 

Broedgevallen in 2022

Na een enerverend broedseizoen is het tijd voor het overzicht van de broedgevallen in 2022. Mede dankzij de vele trouwe waarnemers kunnen we maar liefst 30 zeearendenparen met nest of nestbouw noteren. Een mooie groei, na de 22 paren met nest in 2021, 20 in 2020 en 14 in 2019.

Een van de jongen van broedpaar ‘Zeewolde’, tijdens het wegen, meten en ringen. (c) Noor Bennink.

Van de 30 paren met nest kwamen er 22 met zekerheid tot broeden. Deze 22 broedende paren kregen gezamenlijk 30 jongen, waarvan er slechts 22 vliegvlug werden (Tabel 1).

Het paar van Koudum bracht maar liefst drie jongen groot. Uniek, want dit werd maar 2x eerder vastgesteld (Oostvaardersplassen 2014 en Brabantse Biesbosch 2015).

Nieuwe nestlocaties werden aangetroffen in de Grevelingen, Voorsterbos, Nijkerkernauw, Zeewolde, Zwarte Meer (Ramsgeul), Drontermeer en het Fochtelooerveen. Door de paren in de Betuwe en Oostvaardersplassen werd niet gebroed nadat op 18 februari de storm Eunice het nest verwoestte. In de Grevelingen waaide tijdens deze storm het nest eveneens uit, maar het paar wist bijtijds een nieuw nest te bouwen. In de Lepelaarsplassen en bij het eerder succesvolle paar in de IJsselmonding werd vermoedelijk niet gebroed door partnerwisselingen.

In het Krammer-Volkerak verliet de broedende vrouw door kamperende sportvissers het nieuwe nest, maar begon tot verbazing van iedereen opnieuw op het oude nest op de Slikken van de Heen. In Zuid-Drenthe werd een takslepend paar waargenomen, maar de nestlocatie werd niet gevonden. Het paar was vanaf halverwege april ineens zoek en werd pas na het broedseizoen weer waargenomen.
Het paar van de Ramsgeul, Zwarte Meer bleef lang broeden, maar jongen werden nooit gezien. De nestboom stortte in augustus in elkaar. De broedpogingen van de paren Zuidwest-Friesland, Zeewolde en Oost-Groningen mislukte allen vermoedelijk al in de eifase.

In het Voorsterbos overleed het nestjong door vogelgriep (bron). Ook op de Hellegatsplaten overleden beide nestjongen, zeer waarschijnlijk aan de gevolgen van vogelgriep. De onderzochte kadavers zijn getest maar waren te oud om een 100% match te geven. Vogelgriep als doodsoorzaak wordt wel als zeer aannemelijk geacht. De vogelgriepuitbraak was in die regio namelijk enorm onder sterns, meeuwen en ganzen. Volwassen zeearenden werden waargenomen met zieke, verzwakte vogels als prooi.

Het jong van het paar in de Grevelingen verdween op mysterieuze wijze op een leeftijd van ongeveer 25 dagen. Ook hier wordt aan vogelgriep gedacht aangezien de ouders vooral voedsel aansleepten vanuit de zwaar door vogelgriep getroffen kolonies op de eilanden in het Haringvliet. Tijdens het ringen werd een dood jong (eveneens van 20-25 dagen oud op moment van overlijden) aangetroffen in het nest van de Slikken van de Heen, Krammer-Volkerak. De doodsoorzaak is onbekend.

Op het Vogeleiland, Zwarte Meer en in het Fochtelooerveen werd slechts één van de twee jongen vliegvlug. Een behoorlijk vers dood jong mannetje werd, naast een levend jong, tijdens het ringen aangetroffen op het nest op het Vogeleiland in het Zwarte Meer. Op de Sennerplaat in het Lauwersmeer werd één nestjong vastgesteld, maar deze werd niet vliegvlug. De doodsoorzaak van deze laatstgenoemde gevallen is onbekend.

Pas ruim na afloop van het broedseizoen, begin september, werd duidelijk dat in Zuid-Drenthe ook een jong groot is gebracht.

Tabel 1. Broedende paren en vliegvlugge jongen van Nederlandse zeearendparen in 2022 (Bron: Werkgroep Zeearend).

Rego Gebied Broedend Nest-jongen Vliegvlugge jongen
IJsselmeergebied Dode Hond, eiland in Eemmeer onbekend 0 0
Lepelaarplassen onbekend 0 0
Makkumer Noordwaard JA 1 1
Nijkerkernauw JA 1 1
Spijk-Bremerberg JA 1 1
Vollenhovermeer, Voorsterbos JA 1 0
Zeewolde JA 0 0
Zwarte Meer, Vogeleiland JA 2 1
Zwarte Meer, Ramsgeul JA 0 0
Noord-Nederland Alde Feanen JA 2 2
Fochtelooerveen JA 2 1
Koudum JA 3 3
Lauwersmeer, Sennerplaat JA 1 0
Lauwersmeer, Zoutkamperplaat JA 2 2
Oost-Groningen JA 0 0
Zuidlaardermeer JA 2 2
Zuidwest-Friesland JA 0 0
Zuid-Drenthe JA 1 1
 Deltagebied Brabantse Biesbosch JA 2 2
Dordtse Biesbosch JA 2 2
Haringvliet, Spuimonding JA 1 1
Krammer-Volkerak, Hellegatsplaten JA 2 0
Krammer-Volkerak, Slikken van de Heen JA 2 1
Grevelingen JA 1 0
Veluwe & IJsseldal Zuid-Veluwe JA 1 1
Totaal 30 22

Alle waarnemers en de terreinbeherende organisaties die worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op deze website. Een uitgebreide bijdrage over Broedende Zeearenden in Nederland in 2022 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).

Broedgevallen 2021

Nu de jonge zeearenden vliegvlug zijn kunnen we een eerste overzicht geven van broedseizoen 2021. In 2021 werden mede dankzij de vele scherpe waarnemers 17 broedende zeearendenparen vastgesteld. Twee andere paren met een nest kwamen niet tot een broedpoging, en bij drie paren bleef het onduidelijk of er wel is gebroed, maar is zeker dat ze geen jongen grootbrachten. De 17 broedende paren kregen gezamenlijk 17 jongen (zie tabel), waarvan er 15 vliegvlug werden. In 2020 werden 18 broedende paren vastgesteld en vlogen 21 jongen uit. Ondanks het matige broedseizoen in 2021 is de groei nog niet uit de populatie en zien we een toename van het aantal territoriale paren (zonder nest).

Een deel van de jonge zeearenden werd gewogen en van een ring voorzien. (c) Dirk van Straalen

In de regio Waal en de Spuimonding, Haringvliet was sprake van nieuwe broedparen met nest, waar in beide gevallen jongen werden grootgebracht.

Bij maar liefst 6 broedparen ging het mis in de broedfase. In zowel de Dordtse- als Brabantse Biesbosch, waaide de nestboom om tijdens één van de vele stormen tussen 11-14 maart. Deze stormen waren mogelijk ook de reden voor het paar op de Hellegatsplaten, om het broeden te staken. Gedurende de stormen werd het paar vliegend boven de nestboom waargenomen.

Op de Slikken van de Heen mislukte de broedpoging door een vrouwelijke indringster. Deze nieuwe vrouw vocht de broedende vrouw uit haar territorium. Hierbij raakte de broedvogel ernstig verwond en werd gevonden door een lokale BOA van Het Zeeuwse Landschap. De vrouw revalideerde bij de vogelopvang in Zundert, waar ze na goed herstel vroegtijdig wist te ontsnappen.

Bij een broedpaar in het Zuidwest-Friese merengebied kwamen de drie gelegde eieren niet uit, mogelijk samenhangend met regelmatige verstoringen door o.a. aanwezigheid vaarrecreanten nabij de nestlocatie in koudeperiodes.

In het Zuidlaardermeer werd door Het Groninger Landschap het jong dood aangetroffen in het nest. Na onderzoek bleek dat de dood van het jong was veroorzaakt door vogelgriep. Op het nest in de Spuimonding, Haringvliet werden twee jongen vastgesteld, maar verdween in de nestjongenfase  één jong. Het nieuwe paar van de regio de Waal bracht één jong groot, maar verongelukte vrij kort na uitvliegen door een aanvaring met een trein.

Bij het paar van het Markiezaat verdween de vrouw op mysterieuze wijze kort voor de broedperiode. Bij zowel dit paar, als de broedparen in het Lauwersmeer is onbekend of er daadwerkelijk werd gebroed. Bij één van de paren in het Lauwersmeer zakte in de periode van 11-14 maart een nest uit de boom.

In de uit voorgaande jaren bekende territoria van en de Noord-Veluwe en Zwarte Meer werd in 2021 niet gebroed.

Bezette nesten en broedsucces van Nederlandse zeearendparen in 2021 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland). * niet uitgevlogen, zie tekst

Regio Gebied Broedend Aantal jongen Vliegvlug
Beneden-Rivierengebied Waal Ja 1 1
IJsselmeergebied Dode hond, eiland in Eemmeer Ja 1 1
Lepelaarplassen Ja 2 2
Makkumer Noordwaard Ja 2 2
Oostvaardersplassen Ja 1 1
Roggebotzand-IJsselmonding Ja 1 1
Spijk-Bremerberg Ja 2 2
Noord-Nederland Alde Feanen Ja 2 2
Zuidwest-Friesland Ja 0 0
Koudum Ja 1 1
Lauwersmeer, Sennerplaat onbekend 0 0
Lauwersmeer, Blikplaat onbekend 0 0
Zuidlaardermeer JA 1 0
Rivieren Zuid-Veluwe Ja 1 1
Zuidwest-Nederland Brabantse Biesbosch Ja 0 0
Dordtse Biesbosch Ja 0 0
Haringvliet, Spuimonding Ja 2 1
Krammer-Volkerak, Hellegatsplaten Ja 0 0
Krammer-Volkerak, Slikken van de Heen Ja 0 0
Markiezaat onbekend 0 0
Totaal     17 15

Alle waarnemers en de terreinbeherende organisaties worden bedankt voor het delen van de informatie en voor de mogelijkheid om onderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op deze website. Een uitgebreide bijdrage over ‘Broedende Zeearenden in Nederland in 2021’ zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland.

Broedende Zeearenden in Nederland in 2020

Zo vlak voor het einde van 2020 is het tijd om de balans op te maken van het broedjaar 2020. In 2020 werden maar liefst 20 bezette nesten geregistreerd. Dat is een forse toename in vergelijking met 2019, toen 14 bezetten nesten werden vastgesteld (van Rijn et al. 2019). Ten minste 18 paren kwamen tot broeden, waarvan er 14 succesvol jongen grootbrachten (tabel 1). Nieuwe vestingen betroffen paren in het Lauwersmeer (Fr) waar een 2e paar een nest bouwde, de Makkumer Noordwaard (Fr), het Zuidwest-Friese merengebied (Fr), de Zuid-Veluwe (Gld) en het Markiezaat (NB). De grootste toename betrof daarmee vestigingen in Friesland, met totaal 6 bezette nesten. In de regio Flevoland vestigden 6 paren. In de Biesbosch en zoete Delta werden 5 nesten in gebruik genomen. Daarnaast vestigden zich paren in Groningen (1), en in de regio Veluwe/IJsselvallei in Gelderland (2).

 

Tabel 1. Broedsucces van Nederlandse zeearendparen met bezette nesten in 2020. Nest occupation, reproductive success of breeding birds of White-tailed Eagles in The Netherlands in 2020.
Bron:  Van Rijn, A. van den Berg, P. de Boer, J. Dekker, S. Deuzeman, R. Kleefstra & D. van Straalen, 2021. Broedende Zeearenden Haliaeetus albicilla in Nederland in 2020. De Takkeling 28: in druk.

Regio

Region

Gebied

Site

Broeden

Bred

Jong

Chick

Vliegvlug

Fledged

Noord-Nederland

 

 

 

Lauwersmeer-west Ja 2 2
Lauwersmeer-oost Nee 0 0
Zuidlaardermeer Ja 2 2
Makkumer Noordwaard Ja 1 1
Alde Feanen Ja 2 2
Zuidwest-Friese merengebied Ja 0 0
Fluessen Ja 2 2
Flevoland en Randmeren

 

 

Zwarte Meer Nee 0 0
IJsselmonding Ja 2 2
Veluwemeer Ja 1 1
Oostvaardersplassen Ja 1 1
Lepelaarplassen Ja 1 1
Eemmeer Ja 2 2
Rivierengebied Oost-Nederland

 

Noord-Veluwe Ja 0 0
Zuid-Veluwe Ja 1 1
Deltagebied

 

 

Brabantse Biesbosch Ja 1 1
Dordtse Biesbosch Ja 2 2
Slikken van de Heen Ja 0 0
Hellegatsplaten Ja 2 2
Markiezaat Ja 0 0

Van de 20 paren die in 2020 een nest in gebruik hadden kwamen er twee niet tot broeden. Het 2e paar in het Lauwersmeer (Fr) bouwde een nest op amper 1200 m van het 1e paar, maar kwam niet tot broeden. In het Zwarte Meer (Fl) werd op 12 maart het adulte vrouwtje dood aangetroffen. Ze was vermoedelijk al een paar dagen eerder gestorven en aangespoeld. Sectie van het kadaver wees op enkele inwendige bloedingen en puntgaatjes op/door de huid op de rug, buik en hand. Bovendien waren de follikels nog niet gegroeid en was geen sprake van ei-ontwikkeling (Hugh Jansman, WENR). De vogel stierf mogelijk als gevolg van een interactie met een andere Zeearend. In het Zuidwest-Friese merengebied mislukte een broedgeval in de eifase, vermoedelijk als gevolg van verstoring door mensen. Op de Slikken van de Heen (Z) kwam een paar tot broeden maar het geval mislukte in de eifase, zeer waarschijnlijk als gevolg van herhaaldelijke verstoring door sportvissers. In de omgeving van het Markiezaat (NB) werd voor het eerst gebroed maar mislukte het geval tevens in de eifase. Er werden eischalen gevonden met sporen die wijzen op vraat door boommarters maar of dit de primaire mislukkingsoorzaak was, blijft speculatief.

De 14 succesvolle broedparen brachten 6x 1 en 8x 2 jongen groot, samen 22 individuen.

Alle waarnemers en de natuurbeschermingsinstanties die betrokken waren bij broedgevallen in 2020 worden bedankt voor het delen van de informatie en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Waarnemers die ringen aflazen en doorgaven worden bedankt voor hun bijdrage bij de identificatie van broedvogels.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op deze website. Een uitgebreide bijdrage over ‘Broedende Zeearenden in Nederland in 2020’ is gepubliceerd in de Takkeling ( (pdf))

Jong Hellegatsplaten, 2020. (c) Pepijn Calle.

Broedgevallen 2019

In 2019 werden 15 bezette nesten geregistreerd, waarvan ten minste 11 paren tot broeden overgingen. In de Oostvaardersplassen, waar in de periode 2006-18 jaarlijks gebroed werd, was in 2019 voor het eerst in 13 jaar geen nest in gebruik. Er werden wel adulte vogels waargenomen maar of er sprake was van een gevestigd paar kon niet worden bevestigd. Daar tegenover stond de nieuwe vestiging van een paar in de Lepelaarplassen, dat een nieuw nest bouwde en tot broeden overging.

In het Lauwersmeer mislukte een broedpoging vermoedelijk al in maart, hoewel broeden niet met zekerheid is vastgesteld (nestbouw wel). Paren van recente vestigingen (uit 2017 en 2018), zoals die van Fluessen en de Hellegatsplaten, waren daarentegen in 2019 voor het eerst succesvol.

De paren vestigden zich vooral in de drie regio’s met grotere wateren, wetlands en meren van Noord-Nederland, IJsselmeergebied en de Delta (zie tabel). In Noord-Nederland werden 3, in het IJsselmeergebied 6 en in de Delta 5 bezette nesten vastgesteld. Dit beeld komt overeen met de situatie van recente jaren. Nabij de IJssel (regio Rivierengebied) had een paar voor het derde achtereenvolgende jaar een nest in gebruik op de Noord-Veluwe, maar kon broeden opnieuw niet worden bevestigd (mond. meded. Wim van den Bergh).

Naast bezette nesten werden in een aantal gebieden gepaarde vogels waargenomen, waarvan ten minste één van de partners in onvolwassen kleed, die mogelijk op korte termijn zullen proberen te vestigen door een nest te bouwen. Zover nu bekend is, is dat het geval in de Onlanden (Gr), de Friese IJsselmeerkust (Fr), de regio van het Drents-Friese Wold (Fr/Dr), de Noord-Veluwe (2de paar), de IJssel (Gld) en een aantal gebieden in de Delta (Zl/ZH).

Jonge Zeearenden op het nest van de Hellegatsplaten, 21 juni 2019. Foto: (c) Pepijn Calle.

Broedsucces

Van de 11 paren die in 2019 (Lauwersmeer niet meegerekend) tot broeden kwamen mislukte alleen het nest van de Slikken van de Heen (zie tabel). Het paar bouwde een nieuw nest dat tijdens een storm in de vroege eifase uit de boom viel. De elf succesvolle broedparen brachten 8x 1 en 3x 2 jongen groot, samen 14 individuen. Alle jongen vlogen uit. Dat is gemiddeld 1.3 uitgevlogen jongen per geslaagd broedgeval en 1.0 per nest. Het broedsucces pakte in 2019 wat lager uit dan de meeste eerdere jaren. In alle delen van land was sprake van de wat geringere aantallen jongen per nest, waarbij de meeste paren slechts één jong groot brachten. Van de 14 jongen was de helft afkomstig uit in de regio IJsselmeergebied, 5 uit de Delta en slechts 2 uit Noord-Nederland. Zes jongen werden gekleurringd (Zwarte Meer, Veluwemeer, Lepelaarplassen, Dordtse Biesbosch en Hellegatsplaten).

In dit artikel in  Takkeling 27(3) worden de broedgevallen uitgebreider besproken. Wordt lid van de Werkgroep Roofvogels Nederland en ontvang de Takkeling 4x per jaar.

Broedsucces van paren met bezette nesten van Zeearenden in Nederland in 2019. Bron: Van Rijn et al. 2019. Broedende Zeearenden Haliaeetus albicilla in Nederland in 2019. Takkeling 27(3): 204-209

Regio Gebied Broeden Jong Vliegvlug
Noord-Nederland Lauwersmeer nee 0 0
Zuidlaardermeer ja 1 1
Alde Feanen ja 1 1
IJsselmeer Fluessen ja 1 1
Zwarte Meer ja 1 1
IJsselmonding ja 2 2
Veluwemeer ja 1 1
Lepelaarplassen ja 1 1
Eemmeer ja 1 1
Rivieren Noord-Veluwe nee 0 0
Deltagebied Brabantse Biesbosch ja 2 2
Dordtse Biesbosch ja 1 1
Slikken van de Heen ja 0 0
Hellegatsplaten ja 2 2
Markiezaat nee 0 0

 

Broedgevallen 2018

De groei is er nog (lang?) niet uit! In 2018 werden tenminste 14 paren gevormd. Daarvan gingen 11 paren daadwerkelijk tot broeden over. Twee broedpogingen mislukten. De 9 succesvolle broedparen brachten 15 jongen groot.

De nesten zijn weergegeven in de onderstaande tabel, en meer informatie leest u in de publicatie van de werkgroep in de Takkeling. De Takkeling is ook vanwege overige inhoud de moeite waard. De ware roofvogelliefhebber zou er  lid van moeten zijn, en dat kan via deze link!

Nestbezetting en broedsucces van Zeearenden in Nederland in 2018. *oude vestingen <2014, recente 2014-2017, nieuwe 2018.