Overzicht broedgevallen van zeearenden in Nederland 2024

Wederom groeit het aantal gevestigde paren zeearenden in Nederland. En de groei is er nog niet uit. Gezien de populatiegroei in landen als Denemarken kunnen we ook in Nederland de komende jaren nog groei verwachten, zeker gezien de geweldige aanwas van jongen dit jaar. Een aantal paren met nest sloeg, soms om voor ons niet met zekerheid verklaarbare redenen, een jaartje over.

Op het moment van schrijven is, dankzij de vele trouwe waarnemers, bij ons bekend dat 40 paren het broedseizoen startten met een nest. Dat is dus een groei van 4 nesten ten opzichte van 2023.
Van de 40 paren gingen 35 paren over tot broeden. In 2023 waren dat er 32. Van de 35 paren kregen 28 paren jongen, waarvan er op 27 nesten maar liefst 45 jongen uitvlogen (Tabel 1). Dit kwam mede door een opvallend hoog aantal nesten met drie vliegvlugge jongen. Op de nesten van Dordtse Biesbosch, Waal 2 en de Zuid-Veluwe vlogen 3 jongen uit. Lang leek het er op dat ook het paar van Koudum weer drie jongen vliegvlug zou brengen, helaas verdween een jong kort voor het uitvliegen. Bij het nest werd rond de verdwijning een illegale boomklimmer vastgesteld die mogelijk te maken heeft gehad met de verdwijning van het jong.

Nieuwe territoria met nesten werden vastgesteld langs de Oude Maas, Nieuwkoopse Plassen, Stellingwerven, Noord-Groningen en Beekdal Koningsdiep. Op de locaties van Oude Maas, Markiezaat, Nieuwkoopse Plassen, Midden-Drenthe en Millingenwaard werd in de meeste gevallen waarschijnlijk door nog te jonge leeftijd niet overgegaan tot broeden. In het Sneekermeergebied was het bekende nest bezet door grauwe ganzen en werd geen andere broedlocatie vastgesteld. Het paar van de Oostvaardersplassen verhuisde vermoedelijk naar het naburige Hollandse Hout.

Een zeer opmerkelijk broedgeval betreft het geval in Noord-Groningen. Daar waaide tijdens de eileg het nest uit de boom, waardoor het paartje besloot op een naburig weiland verder te broeden. Dit is het eerste gedocumenteerde grondnest in Nederland. Vermoedelijk uit legnood ontstaan, maar daardoor wel uniek. Helaas verdween het ei al na korte tijd, vermoedelijk door predatie.

De paren van Krammer-Volkerak 2, Zuidwest-Friesland, Stellingwerven, Eemmeer -Dode Hond en Spijk-Bremerberg mislukten in de eifase. Nijkerkernauw mislukte eveneens, al is niet duidelijk of hier al jongen op het nest aanwezig waren. Het paar van Krammer-Volkerak 2 onderhoudt vier nesten op verschillende locaties, maar blijft erg ongelukkig in het succesvol broeden.
Bij het paar in de Grevelingen werd tijdens de ringactie een dood jong onder het nest aangetroffen. In het Zwarte Meer ging het jong of de jongen van de hoogspanningsmastnest vroegtijdig dood door onbekende oorzaak.

Tabel 1. Paren met nest(bouw) en broedsucces van zeearenden in Nederland in 2024 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland) .

Voor de oplettende kijker: dankzij reacties van waarnemers (dank hiervoor!) hebben we de aantallen bij Drontermeer en Friesche Veen aangepast. Het totaal blijft ongewijzigd.

Alle waarnemers, terreinbeherende organisaties en Vogeltrekstation worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op onze website. Een uitgebreide bijdrage met meer informatie over broedende zeearenden in Nederland in 2024 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).

Interview Andrea bij NPO1 Nieuwsweekend

Zaterdag 10 februari was Andrea van den Berg te gast in de studio van Nieuwsweekend van NPO1.  Zo werd het item aangekondigd: Met een spanwijdte tot bijna 2,5 meter is de bijnaam, ‘de vliegende deur’, voor de zeearend tamelijk terecht. De grootste roofvogel in Nederland heeft, op de mens na, geen natuurlijke vijand. En ja, die zagen we deze week weer op zijn lelijkst. In Friesland werd een jonge zeearend vorig jaar gedood door gif, zo blijkt deze week uit onderzoek van Werkgroep Zeearend Nederland.

 

 

 

Zeearend verongelukt bij het Markiezaatsmeer

(persbericht van het Brabants Landschap)

Op zondag 28 augustus is een dode zeearend aangetroffen ter hoogte van de Kreekraksluizen in Rilland op de grens van Brabant met Zeeland. Wetlandwachter Roland-Jan Buijs van Vogelbescherming Nederland trof twee losse poten aan op een pad onder een windmolen van Windpark Kreekraksluis. De rest van de vogel werd gevonden in het nabije riet. Gezien de beschadigingen aan het dier en de vindplaats kan vrijwel zeker vastgesteld worden dat het dier verongelukt is door de windmolen.

In het Markiezaatsmeer vestigde zich 6 jaar geleden voor het eerst een jong koppel zeearenden. En dat is bijzonder te noemen, want in heel Nederland zijn er in 2021 slechts 22 paren geteld, waarvan er 17 tot broeden zijn gekomen. In Markiezaatsmeer zou dit de kroon op het jarenlange natuurbeschermingswerk van Brabants Landschap zijn. Maar het is nog even wachten tot een eerste succesvolle broedpoging.

Het vrouwtje van het eerste koppel is helaas spoorloos verdwenen na haar tweede broedpoging. Inmiddels heeft een nieuw koppel zich gevestigd in het gebied en vliegen er een aantal juvenielen rond. Op dit moment wordt onderzocht welke zeearend het verongelukte dier betreft. Aangezien de zeearenden regelmatig richting het Krammer Volkenrak en de Ooster- en Westerschelde vliegen om voedsel te vinden moeten ze het Windpark Kreekraksluis meermaals op een dag passeren. Elke passeervlucht is een risicovlucht op nog een ongeval met prachtige vogelsoort die het Natura2000 gebied rijk is. Neem bijvoorbeeld de lepelaar, waarvan bekend is dat er meerdere dodelijke ongelukken met windmolens hebben plaatsgevonden, of de zeldzame raaf of wespendief.

Er zijn goede detectiesystemen op windturbines om vogelongevallen te voorkomen
Dat windmolens en windmolenparken een bedreiging vormen voor vogelsoorten is al langer bekend. De Werkgroep Zeearend Nederland houdt dit goed in de gaten. Echter er zijn inmiddels ook goede technieken om dieren tijdig te detecteren, waardoor de molen bijvoorbeeld stilgezet kan worden als de vogel in de buurt vliegt. Bij nieuw aan te leggen windmolenparken moet er vooraf een toetsing plaatsvinden om de negatieve gevolgen van de aanleg op o.a. vogelsoorten in kaart te brengen. Zo hebben wij, samen met het Zeeuws Landschap, de Werkgroep Zeearend Nederland, Vogelwerkgroep Bergen op Zoom en Namiro/Benegora, ervoor kunnen zorgen dat er een goed detectiesysteem toegepast gaat worden op het in ontwikkeling zijnde Windpark ZEBRA, op de grens van de gemeente Reimerswaal met Woensdrecht.

Er  is door Brabants Landschap tevens contact gelegd met de eigenaar van Windpark Kreekraksluis en zullen genoemde partijen binnenkort in overleg gaan om te kijken of we toekomstige ongelukken kunnen voorkomen.

Jaarverslag van de gezenderde zeearenden in Nederland online

Naast de maandberichten op deze website schrijft de werkgroep jaarlijks een verslag over de gezenderde zeearenden. Het rapport over 2019 staan nu online : pdf.

Meer vind je op de GPS-zender pagina van deze site.
En volg de omzwervingen van de vogels zijn te volgen op https://portal.werkgroepzeearend.nl/

Ondanks dat er moderne technieken bestaan als zenderen blijft het aflezen van ringen erg belangrijk. Zeker nu het broedseizoen is gestart, zijn we benieuwd of de geringde broedvogels nog aanwezig zijn op de bekende plekken. Deze kunnen worden doorgegeven kleurring@werkgroepzeearend.nl