Drie cohorten jonge zeearenden gevolgd

Afgelopen broedseizoen zijn opnieuw Nederlandse zeearenden uitgerust met GPS/GSM-zenders. Sinds 2019 zijn 15 nestjonge zeearenden gezenderd waarvan er nog 13 leven en 2 zijn gestorven. De jonge arend uit de Dordtse Biesbosch uit 2019 stierf op 24 februari 2021 als gevolg van een aanvaring met een Duitse windturbine. Het jong uit de Betuwe, dat in 2021 als nestjong werd gezenderd, stierf enkele dagen na uitvliegen in de omgeving van het nest als gevolg van een aanrijding met een trein (Figuur 1).

Figuur 1. Gestorven zeearend uit de Betuwe, 7 juli 2021.

Sterfte

Van de vier gezenderde jonge zeearenden uit 2019 stierf er één in het derde jaar. Van de zeven gezenderde arenden uit 2020 stierf geen vogel en van de vier vogels uit 2021 stierf er één (Tabel 1).

Individu Geboortejaar Sterf-datum
Hellegatsplaten 2019
Spijk-Bremerberg 2019
Dordtse Biesbosch 2019 24/02/2021
Lepelaarplassen 2019
Eemmeer – V 2020
Eemmeer – M 2020
Spijk-Bremerberg 2020
Brabantse Biesbosch 2020
Oostvaardersplassen 2020
Zuid-Veluwe 2020
Lauwersmeer 2020
Betuwe 2021 06/07/2021
Haringvliet 2021
Makkum – V 2021
Makkum – M 2021

Dat betekent dat inmiddels twee van de vijftien gezenderde jongen niet meer leven, overeenkomend met 13%. Dat lijkt weinig maar is wel volledig toe te schrijven aan onnatuurlijke sterfte. De zeearend is een langlevende soort en kan gemakkelijk 15-20 jaar oud worden. Sterfte in de eerste levensjaren heeft daarom een langdurig na-effect.  De dertien vogels die nog in leven zijn maken het goed. Van de vogel van de Hellegatsplaten viel de zender in 2020 uit. De vogel wordt op basis van zijn ring waargenomen. De meeste vogels verblijven momenteel op Nederlandse bodem, en een enkel dier net over de landsgrens. De Oostvaardersplassen blijft de grote hotspot voor jonge arenden. Sinds de zomer verblijven tot wel vier gezenderde jongen in dit gebied.

Volg online: overwintering 2021-2022

Naast de jongen uit 2019 en 2020 zijn nu ook de in 2021 gezenderde jonge zeearenden online te volgen tijdens hun omzwervingen en overwintering.

Klik hier voor het online volgen van de jonge zeearenden.

 

 

Broedgevallen 2021

Nu de jonge zeearenden vliegvlug zijn kunnen we een eerste overzicht geven van broedseizoen 2021. In 2021 werden mede dankzij de vele scherpe waarnemers 17 broedende zeearendenparen vastgesteld. Twee andere paren met een nest kwamen niet tot een broedpoging, en bij drie paren bleef het onduidelijk of er wel is gebroed, maar is zeker dat ze geen jongen grootbrachten. De 17 broedende paren kregen gezamenlijk 17 jongen (zie tabel), waarvan er 15 vliegvlug werden. In 2020 werden 18 broedende paren vastgesteld en vlogen 21 jongen uit. Ondanks het matige broedseizoen in 2021 is de groei nog niet uit de populatie en zien we een toename van het aantal territoriale paren (zonder nest).

Een deel van de jonge zeearenden werd gewogen en van een ring voorzien. (c) Dirk van Straalen

In de regio Waal en de Spuimonding, Haringvliet was sprake van nieuwe broedparen met nest, waar in beide gevallen jongen werden grootgebracht.

Bij maar liefst 6 broedparen ging het mis in de broedfase. In zowel de Dordtse- als Brabantse Biesbosch, waaide de nestboom om tijdens één van de vele stormen tussen 11-14 maart. Deze stormen waren mogelijk ook de reden voor het paar op de Hellegatsplaten, om het broeden te staken. Gedurende de stormen werd het paar vliegend boven de nestboom waargenomen.

Op de Slikken van de Heen mislukte de broedpoging door een vrouwelijke indringster. Deze nieuwe vrouw vocht de broedende vrouw uit haar territorium. Hierbij raakte de broedvogel ernstig verwond en werd gevonden door een lokale BOA van Het Zeeuwse Landschap. De vrouw revalideerde bij de vogelopvang in Zundert, waar ze na goed herstel vroegtijdig wist te ontsnappen.

Bij een broedpaar in het Zuidwest-Friese merengebied kwamen de drie gelegde eieren niet uit, mogelijk samenhangend met regelmatige verstoringen door o.a. aanwezigheid vaarrecreanten nabij de nestlocatie in koudeperiodes.

In het Zuidlaardermeer werd door Het Groninger Landschap het jong dood aangetroffen in het nest. Na onderzoek bleek dat de dood van het jong was veroorzaakt door vogelgriep. Op het nest in de Spuimonding, Haringvliet werden twee jongen vastgesteld, maar verdween in de nestjongenfase  één jong. Het nieuwe paar van de regio de Waal bracht één jong groot, maar verongelukte vrij kort na uitvliegen door een aanvaring met een trein.

Bij het paar van het Markiezaat verdween de vrouw op mysterieuze wijze kort voor de broedperiode. Bij zowel dit paar, als de broedparen in het Lauwersmeer is onbekend of er daadwerkelijk werd gebroed. Bij één van de paren in het Lauwersmeer zakte in de periode van 11-14 maart een nest uit de boom.

In de uit voorgaande jaren bekende territoria van en de Noord-Veluwe en Zwarte Meer werd in 2021 niet gebroed.

Bezette nesten en broedsucces van Nederlandse zeearendparen in 2021 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland). * niet uitgevlogen, zie tekst

Regio Gebied Broedend Aantal jongen Vliegvlug
Beneden-Rivierengebied Waal Ja 1 1
IJsselmeergebied Dode hond, eiland in Eemmeer Ja 1 1
Lepelaarplassen Ja 2 2
Makkumer Noordwaard Ja 2 2
Oostvaardersplassen Ja 1 1
Roggebotzand-IJsselmonding Ja 1 1
Spijk-Bremerberg Ja 2 2
Noord-Nederland Alde Feanen Ja 2 2
Zuidwest-Friesland Ja 0 0
Koudum Ja 1 1
Lauwersmeer, Sennerplaat onbekend 0 0
Lauwersmeer, Blikplaat onbekend 0 0
Zuidlaardermeer JA 1 0
Rivieren Zuid-Veluwe Ja 1 1
Zuidwest-Nederland Brabantse Biesbosch Ja 0 0
Dordtse Biesbosch Ja 0 0
Haringvliet, Spuimonding Ja 2 1
Krammer-Volkerak, Hellegatsplaten Ja 0 0
Krammer-Volkerak, Slikken van de Heen Ja 0 0
Markiezaat onbekend 0 0
Totaal     17 15

Alle waarnemers en de terreinbeherende organisaties worden bedankt voor het delen van de informatie en voor de mogelijkheid om onderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op deze website. Een uitgebreide bijdrage over ‘Broedende Zeearenden in Nederland in 2021’ zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland.

Broedende Zeearenden in Nederland in 2020

Zo vlak voor het einde van 2020 is het tijd om de balans op te maken van het broedjaar 2020. In 2020 werden maar liefst 20 bezette nesten geregistreerd. Dat is een forse toename in vergelijking met 2019, toen 14 bezetten nesten werden vastgesteld (van Rijn et al. 2019). Ten minste 18 paren kwamen tot broeden, waarvan er 14 succesvol jongen grootbrachten (tabel 1). Nieuwe vestingen betroffen paren in het Lauwersmeer (Fr) waar een 2e paar een nest bouwde, de Makkumer Noordwaard (Fr), het Zuidwest-Friese merengebied (Fr), de Zuid-Veluwe (Gld) en het Markiezaat (NB). De grootste toename betrof daarmee vestigingen in Friesland, met totaal 6 bezette nesten. In de regio Flevoland vestigden 6 paren. In de Biesbosch en zoete Delta werden 5 nesten in gebruik genomen. Daarnaast vestigden zich paren in Groningen (1), en in de regio Veluwe/IJsselvallei in Gelderland (2).

 

Tabel 1. Broedsucces van Nederlandse zeearendparen met bezette nesten in 2020. Nest occupation, reproductive success of breeding birds of White-tailed Eagles in The Netherlands in 2020.
Bron:  Van Rijn, A. van den Berg, P. de Boer, J. Dekker, S. Deuzeman, R. Kleefstra & D. van Straalen, 2021. Broedende Zeearenden Haliaeetus albicilla in Nederland in 2020. De Takkeling 28: in druk.

Regio

Region

Gebied

Site

Broeden

Bred

Jong

Chick

Vliegvlug

Fledged

Noord-Nederland

 

 

 

Lauwersmeer-west Ja 2 2
Lauwersmeer-oost Nee 0 0
Zuidlaardermeer Ja 2 2
Makkumer Noordwaard Ja 1 1
Alde Feanen Ja 2 2
Zuidwest-Friese merengebied Ja 0 0
Fluessen Ja 2 2
Flevoland en Randmeren

 

 

Zwarte Meer Nee 0 0
IJsselmonding Ja 2 2
Veluwemeer Ja 1 1
Oostvaardersplassen Ja 1 1
Lepelaarplassen Ja 1 1
Eemmeer Ja 2 2
Rivierengebied Oost-Nederland

 

Noord-Veluwe Ja 0 0
Zuid-Veluwe Ja 1 1
Deltagebied

 

 

Brabantse Biesbosch Ja 1 1
Dordtse Biesbosch Ja 2 2
Slikken van de Heen Ja 0 0
Hellegatsplaten Ja 2 2
Markiezaat Ja 0 0

Van de 20 paren die in 2020 een nest in gebruik hadden kwamen er twee niet tot broeden. Het 2e paar in het Lauwersmeer (Fr) bouwde een nest op amper 1200 m van het 1e paar, maar kwam niet tot broeden. In het Zwarte Meer (Fl) werd op 12 maart het adulte vrouwtje dood aangetroffen. Ze was vermoedelijk al een paar dagen eerder gestorven en aangespoeld. Sectie van het kadaver wees op enkele inwendige bloedingen en puntgaatjes op/door de huid op de rug, buik en hand. Bovendien waren de follikels nog niet gegroeid en was geen sprake van ei-ontwikkeling (Hugh Jansman, WENR). De vogel stierf mogelijk als gevolg van een interactie met een andere Zeearend. In het Zuidwest-Friese merengebied mislukte een broedgeval in de eifase, vermoedelijk als gevolg van verstoring door mensen. Op de Slikken van de Heen (Z) kwam een paar tot broeden maar het geval mislukte in de eifase, zeer waarschijnlijk als gevolg van herhaaldelijke verstoring door sportvissers. In de omgeving van het Markiezaat (NB) werd voor het eerst gebroed maar mislukte het geval tevens in de eifase. Er werden eischalen gevonden met sporen die wijzen op vraat door boommarters maar of dit de primaire mislukkingsoorzaak was, blijft speculatief.

De 14 succesvolle broedparen brachten 6x 1 en 8x 2 jongen groot, samen 22 individuen.

Alle waarnemers en de natuurbeschermingsinstanties die betrokken waren bij broedgevallen in 2020 worden bedankt voor het delen van de informatie en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Waarnemers die ringen aflazen en doorgaven worden bedankt voor hun bijdrage bij de identificatie van broedvogels.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op deze website. Een uitgebreide bijdrage over ‘Broedende Zeearenden in Nederland in 2020’ is gepubliceerd in de Takkeling ( (pdf))

Jong Hellegatsplaten, 2020. (c) Pepijn Calle.

Gezocht: Zeearend Hellegatsplaten 2019

Trouwe gebruikers van het GPS-zenderportaal is het al opgevallen: er zijn geen recente punten van het ‘rode dier’, Hellegatsplaten 2019. Nadat de GPS-logger van deze zeearend bijna een jaar geweldige gegevens verzamelde, kregen we sinds 22 mei geen signalen meer door van de logger.

Er kunnen dan twee dingen aan de hand zijn: de logger heeft een technisch mankement, maar de arend leeft nog en vliegt rond. Of de logger is beschadigd geraakt, bijvoorbeeld door een aanrijding met een trein, of botsing met een windturbine, waardoor de arend ook is omgekomen.

Nagaan welke van deze scenario’s klopt, is moeilijker dan het lijkt. Ten eerste was door de COVID-19 regels het lastig om de laatste locatie te bezoeken. En omdat de data twee keer per etmaal in een bulkzending worden verzonden, is de laatst bekende locatie heel waarschijnlijk niet de laatste daadwerkelijke locatie van het dier. De fabrikant heeft in elk geval ook geen onsuccesvolle verzendpogingen  van de logger bemerkt.

Het laatste bericht kwam uit de buurt van Hamburg, en de werkgroepen en vogelaars in Duitsland houden op ons verzoek hun ogen extra open voor zeearenden met zenders en een GPS-logger. De vogels met loggers die tot nu toe werden gemeld, waren echter niet de vogel van de Hellegatsplaten 2019. Ook via de netwerken die in Nederland en Duitsland dode dieren inzamelen voor onderzoek werd onze zeearend nog niet gemeld.

Werkgroep Zeearend Nederland & Wageningen Environmental Research

Spectaculaire terugmelding zeearend van Hellegatsplaten in Zuid-Frankrijk

Als laatste van alle zeearendenparen in Nederland ging het paar van de Hellegatsplaten, Krammer-Volkerak in 2019 over tot broeden. Twee jongen werden geboren en grootgebracht, een man en een vrouw. Over het mannetje schreven we recent over zijn omzwervingen. Die is eenvoudig te volgen door zijn gps-logger. De vrouw kreeg alleen kleurringen en van haar  is dus alleen de identiteit vast te stellen door de code op de ring af te lezen. Dit valt meestal niet mee en vergt geduld of goede foto’s van de poten.

Tot begin oktober werd ‘vrouw Hellegatsplaten’ nog gezien in de regio van het nest en werd ze afgelezen in de Biesbosch. Sindsdien kregen we geen zekere ringaflezingen van deze vogel meer binnen. Totdat….

Op 10 februari kregen we per mail een melding van hotel l’Oustal uit Frankrijk. Een prachtige vakantieverblijfplaats van een in Frankrijk woonachtige Nederlander. Hij schreef ons dat er een jonge zeearend in hun regio rondhing met de code WN1…. Alleen het laatste cijfer had men niet kunnen aflezen.

Aangezien de letters WN alleen in Nederland gebruikt worden wisten we al dat deze melding erg leuk was. Maar bij het zien van de locatie moesten we toch even een paar keer goed kijken. Lac de la Ganguise (ook wel Retenue de l’Estrade), Aude , Zuid-Frankrijk! Dat is ver weg.

Snel werd op de website van faune-france.org gezocht naar meer foto’s. Hierop was duidelijk een 1e jaar (of 2e Kalenderjaar) vogel te zien. In combinatie met de WN, het formaat van een vrouwelijke zeearend en afwezigheid van een zender, moest dit wel WN16 zijn van de Hellegatsplaten. Via foto’s werd deze uiteindelijk ook bevestigd.

(c) Bruno Wallemme

De vogel is maar liefst 950 kilometer van huis en dit betreft de verste terugmelding van een levende zeearend uit Nederland tot nu toe.  De vogel is nog altijd aanwezig aan de zuidkant van Lac de la Ganguise nabij Cumies.

Heeft u ook foto’s gemaakt van een geringde zeearend? Mail deze dan naar kleurring@werkgroepzeearend.nl We kunnen u ook helpen met het ontcijferen van de code.

Eerste Nederlandse jonge zeearenden met GPS-zenders verlaten broedgebied

Na succesvol uitvliegen van de vier gezenderde jonge Zeearenden eerder deze zomer (zie tabel), maakten de vogels de laatste weken steeds vaker uitstapjes buiten het broedgebied. De omvang van de uitstapjes verschilde per vogel en zijn een aanwijzing dat de vogels zich gaan richten op een onafhankelijk bestaan. Tijdens hun eerste zwerftochten verkennen ze nieuwe gebieden en vliegen ze vroeg of laat de wijde wereld in. Twee van de vogels hebben hun broedgebied inmiddels achter zich gelaten, op weg naar een onafhankelijk bestaan. Lees verder “Eerste Nederlandse jonge zeearenden met GPS-zenders verlaten broedgebied”

Nederlandse jonge zeearenden met GPS-zenders succesvol uitgevlogen

In recente jaren nam het aantal broedparen van zeearenden in Nederland gestaag toe. Het vestigingspatroon, habitatgebruik, de dispersie en sterfte van jonge vogels kunnen niet door middel van ringen of kleurringen op detailniveau worden ontrafeld. Deze kennis kan wel effectief worden verkregen d.m.v. gebruik van nieuwe technieken, specifiek met de modernste GPS-loggers.

Jonge zeearend met GPS-logger in de Dordtse Biesbosch, 27 mei 2019. Foto: Pepijn Calle

In de periode 2019-2020 zullen in Nederland totaal 10 jongen worden uitgerust met GPS-zenders. Naast een GPS-zender krijgen de jongen een metalen ring en een kleurring. De GPS-tracking-eenheden bieden gegevens over vliegbewegingen om zo inzicht te krijgen in dispersie, habitatkeuze en vestigingspatroon van dieren op verschillende leeftijd en van verschillende afkomst. Dit onderzoek draagt bij aan het beantwoorden van vragen met betrekking tot de habitatkeuze en de habitatgeschiktheid van gebieden (met oog op optimalisatie van beheer van wetlands en andere grote wateren), maar ook de aanvaringsgevoeligheid met windturbines, hoogspanningleidingen en verkeer en (door)vergiftiging.

GPS-loggers

In 2019 zijn vier nestjonge zeearenden voorzien van GPS-loggers (tabel 1). De zenders van de vogels sturen twee maal daags posities op basis van 5 minuten-intervallen en voor specifiek onderzoek tevens hoge resolutie van 3 sec, waarbij ook vlieghoogte wordt geregistreerd. Op basis hiervan kunnen de vliegbewegingen in verschillende situaties, zowel qua terrein, seizoen, weersgesteldheid en tijd op de dag nauwkeurig in kaart worden gebracht. In gebieden met windturbines zullen de loggers per 3 seconden loggen om de vliegbewegingen en gedrag rond de turbines exact te kunnen bepalen.

Aantal jonge zeearenden in de nesten voor onderzoek met GPS-loggers, datum plaatsen GPS-logger (op Hellegatsplaten alleen oudste jong) en geslachten van de gezenderde vogels

Locatie Aantal j ongen Datum zender Geslacht
Spijk-Bremerberg 1 23 mei Man
Dordste Biesbosch 1 27 mei Vrouw
Lepelaarplassen 1 28 mei Vrouw
Hellegatsplaten 2 21 juni Man

Succesvogel uitgevlogen

Inmiddels zijn alle vier de dieren succesvol uitgevlogen (tabel 1). De vogels verblijven vooralsnog in het broedgebied. Sommige vogels maakten al diverse uitstapjes. Vooral de vogels uit Flevoland (Spijk-Bremerberg en Lepelaarplassen) maakten al kleine reizen van 6-7 km van het nest. De vogel uit de Lepelaarplassen vloog twee keer naar het westelijke deel van de Oostvaardersplassen, en de vogel Spijk-Bremerberg vloog diverse keren Oostelijk Flevoland in (figuur 1). Opmerkelijk genoeg vloog de vogel van Spijk-Bremerberg nog niet of nauwelijks naar het aanliggende Veluwemeer. Een blik op dit water in de huidige vakantietijd verklaart waarschijnlijk waarom dat is; de drukke recreatievaart en oevergebonden recreatie is momenteel maximaal en de vogel heeft daardoor geen ruimte om in het wetland te verblijven.

Enkele voorbeelden van de tracks van de vogel Lepelaarplassen (rood) en Spijk-Bremerberg (blauw) in juli 2019.De vogel Spijk-Bremerberg vloog al diverse malen in gebieden met windturbines, waarbinnen de logger per 3 seconden posities opslaat. De vogels uit de Dordtse Biesbosch en de Hellegatsplaten verblijven vooral in de moerasbossen en eilandjes in de directe omgeving van het broedgebied, tot ruwweg 1 km van de nestlocatie. Vroeg of laat zullen alle dieren grotere uitstapjes gaan maken en daarbij ook hun geboortegebied verlaten. De werkgroep zal de komende periode zo mogelijk maandelijks berichten plaatsen waarin de belangrijkste vliegbewegingen worden gerapporteerd.

Online meekijken

De werkgroep is momenteel bezig met een portal waarop publiek mee kan kijken. Allereerst komt er een portal voor beheerders en vrijwilligers die aan het project meewerken en daarnaast één voor publiek waarop de reizen van de vogels gevolgd kunnen worden. In een volgend bericht zal de werkgroep het gebruik van deze online portals aankondigen. Dat zal deze nazomer zo ver zijn.

De werkzaamheden worden uitgevoerd door de Werkgroep Zeearend Nederland in een samenwerking met Wageningen Environmental Research. Het project wordt mogelijk gemaakt door de Provincie Flevoland, Provincie Zuid-Holland en het Prins Bernardfonds.

Vier jonge Nederlandse zeearenden uitgerust met GPS-zender

De Werkgroep Zeearend Nederland heeft vastgesteld dat er dit jaar ten minste 14 jonge zeearenden uit het ei kropen. Komende jaren zullen vier van deze jonge zeearenden na het uitvliegen nauwkeurig kunnen worden gevolgd met GPS-loggers.

In de jaren na het eerste broedgeval in de Oostvaardersplassen in 2006 heeft de zeearend zich in verschillende delen van de Hollandse Delta, het IJsselmeergebied en Noord-Nederland gevestigd. Dit jaar kwamen 12 paren zeearenden tot broeden. Bij een aantal van die nesten werden de jongen door leden van de werkgroep geringd met een ring waarvan de individuele code op afstand is af te lezen. “Het ringen levert veel kennis op omdat de ringen door vogelaars worden afgelezen. De afgelopen jaren kregen we daardoor en beeld waar de in Nederland geboren jongen naar toe gaan en konden we bijvoorbeeld vaststellen dat een deel van de jongen nu in andere gebieden broedt. En we zagen dat een zeearend uit de Biesbosch, die in 2016 vergiftigd werd gevonden, herstelde in de opvang en jaren later een nest heeft in het Krammer-Volkerak.” vertelt Dirk van Straalen, voorzitter van de werkgroep.

Vogeltrekring (oranje) en gecodeerde kleurring.
(c) Rolf Hendriks InteraAxxie Tekst & Fotografie

Zorgen

Maar hoe zeearenden hun puberjaren doorbrengen is nauwelijks bekend. Hoe vinden ze hun nieuwe leefgebied? Welke risico’s lopen ze onderweg? De periode vanaf uitvliegen als jong tot het bouwen van een eigen nest duurt 3 tot 5 jaar. “In deze periode moeten de jonge vogels zien te overleven. Hiervoor moeten er foerageergebieden beschikbaar zijn, die naast voldoende bereikbaar voedsel ook rustig en veilig zijn. Die gebieden staan onder druk door toename van recreatie, en mogelijk door vergiftiging en aanvaringen met hoogspanningskabels en windturbines.” aldus Van Straalen van de werkgroep. Uit het buitenland is bekend dat zeearenden het risico lopen slachtoffer te worden van windturbines. Dat is een punt van zorg, want er komen komende jaren nog een flink aantal windparken bij. Hoe kunnen we rekening houden met zeearenden bij de aanleg? Zijn er gebieden waar zeearenden veel vliegen en gebieden die minder aantrekkelijk zijn?

GPS-loggers

Om antwoord op al die vragen te krijgen hebben vier jongen onlangs een GPS-logger gekregen. Dit gebeurt in samenwerking met Sovon Vogelonderzoek Nederland en Wageningen Environmental Research. De loggers bevatten een zonnecel en een 3G internetverbinding waarmee de posities van de vogels naar de onderzoekers worden gestuurd. Met de loggers kan de werkgroep de dieren komende jaren gaan volgen, van de eerste vlieglessen tot de omzwervingen op zoek naar nieuw leefgebied. De afgelegde routes zijn vanaf uitvliegen voor het publiek te volgen op de website van de werkgroep. Maandelijks wordt een kort overzicht gegeven met het laatste nieuws van betreffende dieren. Ralph Buij van Wageningen Environmental Research: “De provincie Flevoland wil weten hoe het zit met risico’s op aanvaringen met windturbines. Door het analyseren van de vlieghoogte wordt duidelijk waar en wanneer de vogels op de hoogte van turbine rotoren vliegen, en dus waar de risico’s op een aanvaring hoog zijn. Ook onderzoeken we het ontwijkingsgedrag van de arenden ten opzichte van de rotoren.”

Jongen uit de volgende gebieden hebben een zender gekregen:

  • Spijk-Bremerberg (Staatsbosbeheer)
  • Lepelaarplassen (Stichting het Flevo-Landschap)
  • Dordtse Biesbosch (Staatsbosbeheer)
  • Hellegatsplaten (Staatsbosbeheer)
Zeearend met zender op de rug.
(c) Pepijn Calle

Noodzakelijke kennis
Het project wordt gesteund door Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, Stichting Het Flevo-landschap, Stichting Het Zeeuwse Landschap, de Provincie Zuid-Holland en de Provincie Flevoland. Deze organisaties hebben behoefte aan meer informatie over de vliegbewegingen van zeearenden, gevaren en verstoringsbronnen. “Ook de kennis over de leefwijze van jonge en volwassen vogels buiten de broedtijd is nog onvoldoende. De kennis die het zenderen zal opleveren, helpt om zorgvuldige keuzes te kunnen maken als natuurbeheerder. Rust is namelijk enorm belangrijk voor dit icoon van grote natte natuurgebieden”, zegt Thomas van der Es (boswachter Staatsbosbeheer).