Broedgevallen 2021

Nu de jonge zeearenden vliegvlug zijn kunnen we een eerste overzicht geven van broedseizoen 2021. In 2021 werden mede dankzij de vele scherpe waarnemers 17 broedende zeearendenparen vastgesteld. Twee andere paren met een nest kwamen niet tot een broedpoging, en bij drie paren bleef het onduidelijk of er wel is gebroed, maar is zeker dat ze geen jongen grootbrachten. De 17 broedende paren kregen gezamenlijk 17 jongen (zie tabel), waarvan er 15 vliegvlug werden. In 2020 werden 18 broedende paren vastgesteld en vlogen 21 jongen uit. Ondanks het matige broedseizoen in 2021 is de groei nog niet uit de populatie en zien we een toename van het aantal territoriale paren (zonder nest).

Een deel van de jonge zeearenden werd gewogen en van een ring voorzien. (c) Dirk van Straalen

In de regio Waal en de Spuimonding, Haringvliet was sprake van nieuwe broedparen met nest, waar in beide gevallen jongen werden grootgebracht.

Bij maar liefst 6 broedparen ging het mis in de broedfase. In zowel de Dordtse- als Brabantse Biesbosch, waaide de nestboom om tijdens één van de vele stormen tussen 11-14 maart. Deze stormen waren mogelijk ook de reden voor het paar op de Hellegatsplaten, om het broeden te staken. Gedurende de stormen werd het paar vliegend boven de nestboom waargenomen.

Op de Slikken van de Heen mislukte de broedpoging door een vrouwelijke indringster. Deze nieuwe vrouw vocht de broedende vrouw uit haar territorium. Hierbij raakte de broedvogel ernstig verwond en werd gevonden door een lokale BOA van Het Zeeuwse Landschap. De vrouw revalideerde bij de vogelopvang in Zundert, waar ze na goed herstel vroegtijdig wist te ontsnappen.

Bij een broedpaar in het Zuidwest-Friese merengebied kwamen de drie gelegde eieren niet uit, mogelijk samenhangend met regelmatige verstoringen door o.a. aanwezigheid vaarrecreanten nabij de nestlocatie in koudeperiodes.

In het Zuidlaardermeer werd door Het Groninger Landschap het jong dood aangetroffen in het nest. Na onderzoek bleek dat de dood van het jong was veroorzaakt door vogelgriep. Op het nest in de Spuimonding, Haringvliet werden twee jongen vastgesteld, maar verdween in de nestjongenfase  één jong. Het nieuwe paar van de regio de Waal bracht één jong groot, maar verongelukte vrij kort na uitvliegen door een aanvaring met een trein.

Bij het paar van het Markiezaat verdween de vrouw op mysterieuze wijze kort voor de broedperiode. Bij zowel dit paar, als de broedparen in het Lauwersmeer is onbekend of er daadwerkelijk werd gebroed. Bij één van de paren in het Lauwersmeer zakte in de periode van 11-14 maart een nest uit de boom.

In de uit voorgaande jaren bekende territoria van en de Noord-Veluwe en Zwarte Meer werd in 2021 niet gebroed.

Bezette nesten en broedsucces van Nederlandse zeearendparen in 2021 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland). * niet uitgevlogen, zie tekst

Regio Gebied Broedend Aantal jongen Vliegvlug
Beneden-Rivierengebied Waal Ja 1 1
IJsselmeergebied Dode hond, eiland in Eemmeer Ja 1 1
Lepelaarplassen Ja 2 2
Makkumer Noordwaard Ja 2 2
Oostvaardersplassen Ja 1 1
Roggebotzand-IJsselmonding Ja 1 1
Spijk-Bremerberg Ja 2 2
Noord-Nederland Alde Feanen Ja 2 2
Zuidwest-Friesland Ja 0 0
Koudum Ja 1 1
Lauwersmeer, Sennerplaat onbekend 0 0
Lauwersmeer, Blikplaat onbekend 0 0
Zuidlaardermeer JA 1 0
Rivieren Zuid-Veluwe Ja 1 1
Zuidwest-Nederland Brabantse Biesbosch Ja 0 0
Dordtse Biesbosch Ja 0 0
Haringvliet, Spuimonding Ja 2 1
Krammer-Volkerak, Hellegatsplaten Ja 0 0
Krammer-Volkerak, Slikken van de Heen Ja 0 0
Markiezaat onbekend 0 0
Totaal     17 15

Alle waarnemers en de terreinbeherende organisaties worden bedankt voor het delen van de informatie en voor de mogelijkheid om onderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op deze website. Een uitgebreide bijdrage over ‘Broedende Zeearenden in Nederland in 2021’ zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland.

Vlieggedrag van jonge Nederlandse Zeearenden

De snelle groei van het aantal broedende Zeearenden in Nederland vanaf 2014 zette in 2020 sterk door. Dat blijkt niet alleen uit het aantal paren dat daadwerkelijk tot broeden overging (zie overzicht in de Takkeling), maar tevens uit de toename van waarnemingen in nieuwe gebieden. Zulke waarnemingen van subadulte en gepaarde vogels zijn vaak een opmaat voor vestiging. Het aantal in Nederland geboren jongen (sinds 2006) is inmiddels de 100 gepasseerd. Dat kan betekenen dat de Nederlandse broedpopulatie de komende jaren nog verder zal toenemen, waarschijnlijk steeds vaker ook buiten gebieden in laag-Nederland. In 2020 vestigde zich voor het eerst een paar in Oost-Nederland, in de regio Zuid-Veluwe (Gld) in het stroomgebied van de IJssel.

Sinds 2019 zijn in Nederland elf jonge Zeearenden van GPS-zenders voorzien, met het doel kennis over de dispersie en overleving van vogels uit de Nederlandse broedpopulatie te verkrijgen. Recentelijk is een jaarverslag van het project (pdf) verschenen, waarin de informatie van de gezenderde vogels is opgenomen.

Als gevolg van de recente winterkou met sneeuwdek gevolgd door een periode met mooi weer in februari 2021 kwamen alle met zenders uitgeruste arenden behoorlijk in beweging. De vogels Oostvaardersplassen, Spijk en Eemmeer-1, alle geboren in 2020, verbleven in de winter vooral in de Oostvaardersplassen. Daar bleek ook de vogel van de Hellegatsplaten op te duiken, waarvan de zender geen gegevens meer stuurde en die op basis van de kleurring kon worden geïdentificeerd. Tijdens het dichtvriezen van het open water in de Oostvaardersplassen vlogen de vogels Spijk en Eemmeer-1 naar de Biesbosch waar ze zich aansloten bij de vogels uit de Brabantse Biesbosch uit 2020 en de Lepelaarplassen uit 2019 die in de Biesbosch overwinterden. De vogel uit de Oostvaardersplassen navigeerde naar het Veluwemeer. De vogel Eemmeer-2 uit 2020 overwinterde in een Duits gebied in Nedersaksen. De vogel uit het Lauwersmeer uit 2020 overwinterde in het Lauwersmeer zelf maar maakte verschillende uitstapjes naar de Alde Feanen in Friesland. De vogel van de ZW Veluwe verbleef uitsluitend in bos- en heidegebieden op de Veluwe.

Vogel van de Hellegatsplaten uit 2019, met defecte zender, Oostvaardersplassen 12 juli 2020 © Ingrit Raven 

De vogels uit de Dordtse Biesbosch en Spijk, beide uit 2019, verbleven sinds het eerste jaar veel in Duitse gebieden. De Biesboschvogel gebruikte veel ruimte in de regio van de Elbe, Weser en Eems en sneuvelde op 24 februari 2021 als gevolg van aan aanvaring met een windturbine (zie bericht op Nature Today en op onze site). De Spijk vogel was van alle gezenderde arenden het meest stationair en overwinterde in het stroomdal van de Elbe ten zuidoosten van Hamburg.

Afgelopen week begon een deel van de zendervogels aan grotere verplaatsingen. De vogels Lauwersmeer, Oostvaardersplassen en Spijk (jongen uit 2020) navigeerden alle naar Duitsland tot in Noordrijn-Westfalen. Ook de vogel Eemmeer-2 en Brabantse Biesbosch (uit 2020) de Lepelaarplassen (uit 2019) begonnen te zwerven (figuur 1).

 

Figuur 1. Vliegbewegingen van jonge in Nederland gezenderde Zeearenden uit 2019 (zwart) en 2020 (grijs) tussen 1 januari en 27 februari 2021. De laatste positie per vogel is aangegeven met rode stip.

Vlieggedrag

Sinds 2019 werden met de GPS-zenders regelmatig driedimensionale hoge-resolutie gegevens verzameld, die zullen worden gebruikt om het vlieggedrag en het aanvaringsrisico met windturbines te onderzoeken. Dit zijn gegevens waarbij de positie met zeer korte intervallen van 3 seconden worden bepaald. Deze gegevens beslaan ongeveer 550 uren, waarvan de arenden circa 365 uren aan het vliegen waren. De meeste tracks betroffen bewegingen in Nederland, Flevoland in het bijzonder. Daarnaast zijn dit soort gegevens beschikbaar van vliegbewegingen in Duitland, België en Frankrijk. Een voorbeeld is een hoge-resolutie track van de vogel van de Hellegatsplaten uit mei 2019 tijdens een vliegbeweging in noordelijke richting door Zuid-Holland, waarbij de arend meerdere keren in de thermiek opschroefde tot 300-800 m boven NAP. De opschroefbewegingen zijn goed te herkennen aan de hoogtetoename in figuur 2.

 

Figuur 2. Voorbeeld van een 2 uur durende hoge-resolutie track van het individu “Hellegatsplaten 2019” tussen Hendrik-Ido-Ambacht en Bodegraven op 8 mei 2020. Links: 2D-illustratie van de track. Rechts: Verloop van de hoogte ten opzichte van NAP in de tijd.

Als eerste vooranalyse konden we voor gegevens van vliegbewegingen door Zuidelijk en Oostelijk Flevoland constateren dat de arenden tijdens vliegen gemiddeld ca. 22% van de tijd in de ‘hoogte’ zone van ‘gemiddelde’ windturbinerotoren doorbrachten (tiphoogtes 45-135 m hoogte boven de grond), ca. 15% daaronder en ca. 63% daarboven.

Voorjaar 2021

De jongen uit 2019 zijn momenteel in de subadulte fase beland. De voorspelling is daarom dat de eerste vogels vanaf dit voorjaar zich in een paarband kunnen gaan vestigen. De locaties waar ze aan nestbouw beginnen zullen nauwlettend worden gevolgd. De vogel uit Spijk-Bremerberg uit 2019 is al geruime tijd in het rivierengebied van de Elbe ten zuidoosten van Hamburg gevestigd. De vogel uit de Lepelaarplassen gebruikt vooral de Sliedrechtse Biesbosch waar mogelijk nog een territorium vrij is, al weten we van haar dat ze vooralsnog gezamenlijke slaapplaatsen gebruikt met jonge vogels, waaronder de vogel uit de Brabantse Biesbosch uit 2020.

De vliegbewegingen van in Nederland met zenders uitgeruste Zeearenden zijn te volgen op: https://portal.werkgroepzeearend.nl/

In 2021 zullen opnieuw enkele jonge Zeearenden van GPS-zenders worden voorzien.

In Nederland gezenderde Zeearend omgekomen door windturbine in Duitsland

Een jonge Zeearend die in 2019 in de Dordtse Biesbosch gezenderd werd, heeft op 24 februari een aanvaring met de rotoren van een windturbine in Duitsland gehad en is omgekomen. Met zowel een toename in het aantal windturbines als het aantal Zeearenden in Duitsland en Nederland zullen er steeds meer Zeearenden door windturbines om het leven komen.

Jonge Zeearend uit de Oostvaardersplassen in windpark in Oostelijk Flevoland, 31 januari 2021. © Noor Bennink

In de ochtend van 24 februari 2021 vloog de Zeearend vanaf haar slaapplaats, in een groot boscomplex aan de Sellstedter See ten oosten van Bremerhaven, richting het wad in de monding van de rivier de Wezer. Hier verbleef ze die ochtend tussen 7:50 en 10:35, vermoedelijk om te foerageren. Daarna cirkelde de vogel op om de Wezer over te steken. Ze navigeerde over Bremerhaven en zette een daling in waarbij ze in een windpark terecht kwam (zie figuur 1).

Figuur 1. Vliegbeweging van de Zeearend uit de Dordtse Biesbosch op 24 februari 2021 vanaf de slaapplaats tot aan de windturbine (gele ster).

In het windpark vloog ze op rotorhoogte tussen twee windturbines door. Het naderen van een derde windturbine werd haar fataal. Om 11:10 stierf ze als gevolg van een aanvaring met de rotoren. (zie figuur 2).

Figuur 2. Moment van aanvaring met Duitse windturbine afgeleid uit accelerometer gegevens (links) en posities na de aanvaring (gele track) op het kaartje rechts, 24 februari 2021.

Windturbines als groeiend probleem

In Duitsland werden tussen 2002 en 2019 158 gevallen geregistreerd van gestorven Zeearenden die slachtoffer waren van een aanvaring met een windturbine. De laatste decennia groeide in Duitsland het aantal windparken, maar ook het aantal Zeearenden, waardoor het aantal slachtoffers door aanvaringen toenam. Ook in andere Noord- en Oost-Europese landen nam het aantal turbineslachtoffers toe. In Nederland zijn tot dusver twee gevallen bekend van aanvaringen met windturbines in Flevoland, beide werden toevallig gevonden. De Nederlandse broedpopulatie Zeearenden is nog klein, maar neemt sterk toe. De nieuwe ontwikkelingen op het gebied van windenergie zullen daarom ook in Nederland voor problemen zorgen door sterfte van vogels, waaronder Zeearenden.

Plaats delict en overblijfselen van de Zeearend uit de Dordtse Biesbosch, Bremerhaven 26 februari 2021 (Bron: Franz-Otto Müller)

Vlieggedrag

Sinds 2019 zijn in Nederland elf jonge Zeearenden van GPS-zenders voorzien, met het doel kennis over de dispersie en overleving van vogels uit de Nederlandse broedpopulatie te verkrijgen. De gestorven vogel uit de Dordtse Biesbosch betreft het eerste sterfgeval van de arenden die tot nu toe met zenders werden uitgerust. Om aanvaringsrisico’s te onderzoeken worden “hoge-resolutie data” gebruikt om het driedimensionale vlieggedrag nauwkeurig in kaart te brengen. In het recentelijk gepubliceerde jaarrapport kwam in een eerste analyse naar voren dat van vliegbewegingen van Zeearenden in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland gemiddeld ca. 22% van de tijd in de ‘hoogte’ zone van “gemiddelde” windturbinerotoren wordt gevlogen, ca. 15% daaronder en ca. 63% daarboven.

De vliegbewegingen van in Nederland gezenderde Zeearenden zijn te volgen op: https://portal.werkgroepzeearend.nl/

Met dank aan Klaus Meyer, Joachim Schwartz

Broedende Zeearenden in Nederland in 2020

Zo vlak voor het einde van 2020 is het tijd om de balans op te maken van het broedjaar 2020. In 2020 werden maar liefst 20 bezette nesten geregistreerd. Dat is een forse toename in vergelijking met 2019, toen 14 bezetten nesten werden vastgesteld (van Rijn et al. 2019). Ten minste 18 paren kwamen tot broeden, waarvan er 14 succesvol jongen grootbrachten (tabel 1). Nieuwe vestingen betroffen paren in het Lauwersmeer (Fr) waar een 2e paar een nest bouwde, de Makkumer Noordwaard (Fr), het Zuidwest-Friese merengebied (Fr), de Zuid-Veluwe (Gld) en het Markiezaat (NB). De grootste toename betrof daarmee vestigingen in Friesland, met totaal 6 bezette nesten. In de regio Flevoland vestigden 6 paren. In de Biesbosch en zoete Delta werden 5 nesten in gebruik genomen. Daarnaast vestigden zich paren in Groningen (1), en in de regio Veluwe/IJsselvallei in Gelderland (2).

 

Tabel 1. Broedsucces van Nederlandse zeearendparen met bezette nesten in 2020. Nest occupation, reproductive success of breeding birds of White-tailed Eagles in The Netherlands in 2020.
Bron:  Van Rijn, A. van den Berg, P. de Boer, J. Dekker, S. Deuzeman, R. Kleefstra & D. van Straalen, 2021. Broedende Zeearenden Haliaeetus albicilla in Nederland in 2020. De Takkeling 28: in druk.

Regio

Region

Gebied

Site

Broeden

Bred

Jong

Chick

Vliegvlug

Fledged

Noord-Nederland

 

 

 

Lauwersmeer-west Ja 2 2
Lauwersmeer-oost Nee 0 0
Zuidlaardermeer Ja 2 2
Makkumer Noordwaard Ja 1 1
Alde Feanen Ja 2 2
Zuidwest-Friese merengebied Ja 0 0
Fluessen Ja 2 2
Flevoland en Randmeren

 

 

Zwarte Meer Nee 0 0
IJsselmonding Ja 2 2
Veluwemeer Ja 1 1
Oostvaardersplassen Ja 1 1
Lepelaarplassen Ja 1 1
Eemmeer Ja 2 2
Rivierengebied Oost-Nederland

 

Noord-Veluwe Ja 0 0
Zuid-Veluwe Ja 1 1
Deltagebied

 

 

Brabantse Biesbosch Ja 1 1
Dordtse Biesbosch Ja 2 2
Slikken van de Heen Ja 0 0
Hellegatsplaten Ja 2 2
Markiezaat Ja 0 0

Van de 20 paren die in 2020 een nest in gebruik hadden kwamen er twee niet tot broeden. Het 2e paar in het Lauwersmeer (Fr) bouwde een nest op amper 1200 m van het 1e paar, maar kwam niet tot broeden. In het Zwarte Meer (Fl) werd op 12 maart het adulte vrouwtje dood aangetroffen. Ze was vermoedelijk al een paar dagen eerder gestorven en aangespoeld. Sectie van het kadaver wees op enkele inwendige bloedingen en puntgaatjes op/door de huid op de rug, buik en hand. Bovendien waren de follikels nog niet gegroeid en was geen sprake van ei-ontwikkeling (Hugh Jansman, WENR). De vogel stierf mogelijk als gevolg van een interactie met een andere Zeearend. In het Zuidwest-Friese merengebied mislukte een broedgeval in de eifase, vermoedelijk als gevolg van verstoring door mensen. Op de Slikken van de Heen (Z) kwam een paar tot broeden maar het geval mislukte in de eifase, zeer waarschijnlijk als gevolg van herhaaldelijke verstoring door sportvissers. In de omgeving van het Markiezaat (NB) werd voor het eerst gebroed maar mislukte het geval tevens in de eifase. Er werden eischalen gevonden met sporen die wijzen op vraat door boommarters maar of dit de primaire mislukkingsoorzaak was, blijft speculatief.

De 14 succesvolle broedparen brachten 6x 1 en 8x 2 jongen groot, samen 22 individuen.

Alle waarnemers en de natuurbeschermingsinstanties die betrokken waren bij broedgevallen in 2020 worden bedankt voor het delen van de informatie en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Waarnemers die ringen aflazen en doorgaven worden bedankt voor hun bijdrage bij de identificatie van broedvogels.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op deze website. Een uitgebreide bijdrage over ‘Broedende Zeearenden in Nederland in 2020’ is gepubliceerd in de Takkeling ( (pdf))

Jong Hellegatsplaten, 2020. (c) Pepijn Calle.

Missing: GPS-tagged white-tailed eagle

Loyal visitors of our GPS tag portal have already noticed:  recent points of the ‘red animal’, Hellegatsplaten 2019 are missing. After the GPS logger of this white-tailed eagle collected great data for almost a year, it became quiet, and we have not received any signals since 22 May by the logger.

We are thinking of two possible scenarios: the logger has a technical defect, but the eagle is alive and well. Or the logger was damaged, for example by a collision with a train, or a collision with a wind turbine, which also killed the eagle.

Determining which of these scenarios is correct is more difficult than it seems. First, the COVID-19 regulations made it difficult to visit the last known location. And because the data is sent twice a day in a bulk message, the last known location is probably not the last actual location of the animal, which makes is hard to search for a death animal. In any case, the manufacturer did not receive   logger sending attempts.

The last message with locations came from around Hamburg, and the local working groups and bird watchers in Germany keep their eyes open for eagles with transmitters and a GPS logger. However, the birds with loggers that have been reported so far were not the bird of the Hellegatsplaten 2019. Also, the white tailed eagle has not been reported via the networks that collect dead animals in the Netherlands and Germany for post mortem research.

So, if you observe radio-tagged white-tailed eagles, please let us know!

Zeearend Nederland working group & Wageningen Environmental Research

Gezocht: Zeearend Hellegatsplaten 2019

Trouwe gebruikers van het GPS-zenderportaal is het al opgevallen: er zijn geen recente punten van het ‘rode dier’, Hellegatsplaten 2019. Nadat de GPS-logger van deze zeearend bijna een jaar geweldige gegevens verzamelde, kregen we sinds 22 mei geen signalen meer door van de logger.

Er kunnen dan twee dingen aan de hand zijn: de logger heeft een technisch mankement, maar de arend leeft nog en vliegt rond. Of de logger is beschadigd geraakt, bijvoorbeeld door een aanrijding met een trein, of botsing met een windturbine, waardoor de arend ook is omgekomen.

Nagaan welke van deze scenario’s klopt, is moeilijker dan het lijkt. Ten eerste was door de COVID-19 regels het lastig om de laatste locatie te bezoeken. En omdat de data twee keer per etmaal in een bulkzending worden verzonden, is de laatst bekende locatie heel waarschijnlijk niet de laatste daadwerkelijke locatie van het dier. De fabrikant heeft in elk geval ook geen onsuccesvolle verzendpogingen  van de logger bemerkt.

Het laatste bericht kwam uit de buurt van Hamburg, en de werkgroepen en vogelaars in Duitsland houden op ons verzoek hun ogen extra open voor zeearenden met zenders en een GPS-logger. De vogels met loggers die tot nu toe werden gemeld, waren echter niet de vogel van de Hellegatsplaten 2019. Ook via de netwerken die in Nederland en Duitsland dode dieren inzamelen voor onderzoek werd onze zeearend nog niet gemeld.

Werkgroep Zeearend Nederland & Wageningen Environmental Research

Recente ontdekkingsreizen naar het Waddengebied, riviermondingen en (voormalige) estuaria

Na een lange periode van verblijf van de meeste van de vier gezenderde arenden in of rond hun geboortegebied in de afgelopen winter zijn de vogels dit voorjaar begonnen met het ondernemen van een aantal interessante verkenningsreizen waarbinnen, net als afgelopen najaar, een groot deel van NW Europa werd aangedaan.

De vogels uit de Lepelaarplassen (Fl), de Dordtse Biesbosch en van de Hellegatsplaten (ZH) vlogen allen een flinke ronde door België en Frankrijk. De vogels uit de Lepelaarplassen en de Dordtse Biesbosch volgden daarbij een deel van de Franse kust tussen Calais en de baai van de Somme.

Figuur 1. Tracks van vier jonge Zeearenden met GPS-zenders sinds 1 januari. Vogel Lepelaarplassen (rood), Spijk-Bremerberg (blauw), Hellegatsplaten (oranje) en Dordtse Biesbosch (groen).

Vanaf de laatste decade van maart, de periode die werd gekenmerkt door uitzonderlijk droog en zonnig weer, navigeerden alle vier de vogels naar noordelijker gelegen contreien waar, zonder uitzondering, gebieden in de kustzone van het Waddengebied werden bezocht. De mondingen en estuaria van de Weser en de Eems en diverse Duitse en Nederlandse Waddeneilanden vormden hierbinnen de belangrijkste verblijfplaatsen. De vogels uit Spijk-Bremerberg (Fl) en de Dordtse Biesbosch bezochten ook het Lauwermeer, het voormalige estuarium van de Lauwerszee en thans één van de belangrijkste gebieden voor zeearenden in Nederland. Beide vogels verbleven daar in de tweede week van april en grotendeels gelijktijdig. De vogel uit Spijk is inmiddels weer terug in de Oostvaardersplassen, waar hij afgelopen najaar en winter pleisterde. De andere vogels begonnen de laatste dagen weer aan nieuwe ontdekkingsreizen en lijken de frequentie van hun tochten wat op te voeren. De vogel uit de Dordtse Biesbosch bezocht daarbij opnieuw het estuarium van de Weser en een aantal Duitse Waddeneilanden waar hij eerder rondhing.

Figuur 2. Uitsnede van de tracks van vier jonge Zeearenden met GPS-zenders van Noord- Nederland en Ostfriesland (D). Vogel Lepelaarplassen (rood), Spijk-Bremerberg (blauw), Hellegatsplaten (oranje) en Dordtse Biesbosch (groen).

Met het opvoeren van frequentie van deze verkenningsreizen is er tevens sprake van langduriger verblijf in nieuwe regio’s. Tijdens de reizen en de pleisterlocaties hebben de vogel waarschijnlijk al vele soortgenoten getroffen. Hoewel de vogels nog jong zijn, kunnen de vogels de komende periode mogelijk steeds vaker gebieden bezoeken waar ze later een paarband aangaan en kunnen vestigen.

Tot slot de bewegingen van de dieren vanaf 1 januari, teruggebracht tot 1 positie per uur:

Rondje rond de kerk

Op 18 februari vertrok de zeearend, die in 2019 in de Dordtse Biesbosch uit het ei kroop, naar het oosten. Natuurgebieden vallen blijkbaar goed op vanuit de lucht, want de arend wist de eerste twee nachten feilloos twee rustige natuurgebieden te vinden om te overnachten: het Amtsvenn-Hündfelder Moor oostelijk van Enschede en het Augustdorfer Dünenfeld bij Detmold. Na die laatste overnachting boog de arend af naar het noorden. Hier werden slaapplaatsen gevonden in kleine veengebieden in cultuurland van grootschalige akkers en graslanden. Na twee dagen vliegen werd het schiereiland Butjadingen bereikt, en na verkenning van de regio landde ‘Dordtse 2009’ op 29 februari op het onbewoonde Duitse waddeneiland Mellum.

Mellum wordt af en toe bezocht door een team beheerders en onderzoekers. Zij hadden de vogel inderdaad zien jagen. Het is een kaal vlak eiland, maar er is genoeg voedsel te vinden, gaven zij aan, in de vorm van ganzen, eenden en andere watervogels.

En het beviel haar blijkbaar: de vogel bleef langere tijd op Mellum, en op het naburige Minsener oog, met hoogstens een ‘klein’ rondje over Butjadingen. Op 14 maart vertrok ze en vloog in 2 uur 70 kilometer door Ostfriesland naar de Duitse kust van het estuarium van de Eems. Dat beviel haar blijkbaar minder, want de volgende ochtend ging ze weer terug naar Butjadingen en Mellum.

Uiteindelijk werd na een verblijf van ruim 3 weken de reis vervolgd. Op 23 maart vloog ze over de Duitse waddeneilanden westwaards, en bleef vier dagen op waddeneiland Kachelotplate. Op 27 maart werd geslapen op Terschelling, en daarna vloog ze in 1 dag over Vlieland, Texel, Den Helder en langs de Hollandse kust terug naar de Biesbosch.

De hele tocht is samengevat in onderstaande animatie.